Quick Guide - CT1
Hier is een korte handleiding over hoe je de Compacttilt CT1 moet behandelen en onderhouden.
Onderhoud
Tijdens dagelijkse inspectie en onderhoud, controleer:
➢ Smering van eindlagers. Actieplan:
Kant het volledig naar één kant en geef 1-2 drukken op de vetnippel aan elk uiteinde van de tilt.
Kant het volledig naar de andere kant en geef ook 1-2 drukken op de vetnippel aan elk uiteinde van de tilt. Draadverbindingen zijn intact.
➢ Ogen en bouten zijn niet gebroken
➢ Geen losse schroefdraadverbindingen
➢ Geen scheuren of breuken
➢ Er wordt gecontroleerd of de gereedschaphouder schoon, goed gemonteerd en goed vastgeklemd is
➢ De Compacttilt is correct gemonteerd tussen de draagmachine en het gereedschap
➢ Er is geen hydraulisch lek
➢ Er is geen vetlekkage op slangen of in koppelingen
Smeeroverzicht
Voor de smering van de Compacttilt wordt aanbevolen om het volgende te gebruiken: Castrol Molub-Alloy 370-2
Lithiumgebaseerd hoogdrukvet met molybdeendisulfide (MoS2) EP-additieven in NLGI 2.
Spec.:
-DIN 51502 KF2K-25
-ISO 6743-9 ISO-LXCCIB2
Vetten die grafiet of koper bevatten, mogen niet worden gebruikt.
Zorg er altijd voor dat de vetnippels vrij zijn van vuil voordat de smering wordt uitgevoerd.
Gebruik van semi-automatische snelwissel
STAP 1
Voordat apparatuur kan worden aangesloten op de snelkoppeling, moeten de vergrendelingen in een ontgrendelde positie staan. Dit wordt gedaan door de meegeleverde loskoppeltube op de snelkoppelactuatie-arm te monteren.
(figuur 5)
STAP 2
De loskoppeltube wordt naar beneden gedrukt totdat deze stopt, waardoor de vergrendelingsplaat in een ontgrendelde positie komt (figuur 6). De loskoppeltube kan nu worden verwijderd en de vergrendeling blijft in de ontgrendelde positie.
(figuur 6)
Aansluiting van apparatuur
STAP 1
De apparatuur die moet worden aangesloten, moet zo worden gepositioneerd dat de vorkogen van de Compacttilt kunnen vastgrijpen.
De vorken van de Compacttilt grijpen in de koppelschacht van de apparatuur.
(figuur 7)
STAP 2
Wanneer de apparatuur op zijn plaats wordt gedraaid op de schakelaar van de Compacttilt, raakt de schacht van de apparatuur de ontgrendelingshendel, waardoor de bosvergrendeling wordt geactiveerd.
(figuur 8)
STAP 3
De machine is nu klaar voor gebruik met de aangesloten apparatuur.
(Figuur 9)
Gebruik van snelwissel
Controle van de installatie
- Controleer of de Compacttilt goed werkt.
- Controleer of er geen slangen of andere onderdelen blootstaan aan klem-, snij- of rekbeschadiging.
- Controleer op lekkages.
- Controleer of de bouten goed zijn aangedraaid [Zie instructies van de fabrikant].
- Controleer of er geen contact is tussen de graafarm en de Compacttilt bij volledige slag.
- Zorg ervoor dat de beugel goed past op de drager [zie machinesignaal].
- Zorg ervoor dat de pin-lock volledig vergrendeld is en de indicatorpin correct is gemonteerd.
LET OP: Assemblage en installatie mogen alleen worden uitgevoerd door goedgekeurde werkplaatsen van de fabrikant. Maak geen wijzigingen aan de assemblage zonder toestemming van de fabrikant. Werkplaatsen die door de fabrikant zijn goedgekeurd, zijn dealers met hun eigen werkplaats, tenzij anders vermeld in de levering van de Compacttilt.
Download materiaal voor CT1