Quick Guide - CTR2
Hier is een korte handleiding over hoe je de Compacttilt CTR2 moet behandelen en onderhouden.
Smeeroverzicht
Lithiumgebaseerd EP NLGI 2 vet wordt gebruikt om het Compacttilt product te smeren.
Vetten die grafiet, molybdeen of koppelingen bevatten, mogen niet worden gebruikt.
Zorg ervoor dat de spuit en smeernippels vrij zijn van vuil voordat de smering wordt uitgevoerd.
Onderhoud
Tijdens dagelijkse inspectie en onderhoud, controleer:
➢ Smering van smeerpunten volgens het overzicht
➢ Draadverbindingen zijn intact
➢ Ogen en bouten zijn niet gebroken
➢ Geen losse schroefverbindingen
➢ Geen scheuren of breuken
➢ Er wordt gecontroleerd of de gereedschaphouder schoon, goed gemonteerd en goed vastgeklemd is
➢ De Compacttilt Tiltrotator is correct gemonteerd tussen de draagmachine en het gereedschap
➢ Er is geen hydraulisch lek
➢ Er is geen vetlekkage op slangen of in koppelingen
Aansluiting van apparatuur
STAP 1
Voordat de apparatuur wordt aangesloten op de snelkoppeling, moet worden gecontroleerd of de vergrendelingspinnen van de snelwissel zijn ingetrokken, wat zichtbaar is door de indicatorpin naar buiten te duwen.
(figuur 5)
STAP 2
De apparatuur die moet worden aangesloten, moet zo worden gepositioneerd dat de vorkogen van de snelkoppeling kunnen vastgrijpen.
De vorkogen van de snelkoppeling worden in verbinding gebracht met de koppelschacht van de apparatuur.
(figuur 6)
STAP 3
Wanneer de vorkogen van de snelkoppeling vastgrijpen, zwaait het gereedschap op zijn plaats zodat het tegen de open vorkogen van de snelkoppeling rust. De snelkoppeling wordt geactiveerd en de vergrendelingspinnen schuiven naar buiten (figuur 7).
De activatie van de snelkoppeling is zichtbaar wanneer de indicatorpin naar beneden wordt gedrukt.
De machine is nu klaar voor gebruik met het aangesloten gereedschap.
Gebruik van snelwissel met hydraulisch systeem
Controle van de assemblage
- Controleer of het Compacttilt product correct werkt.
- Controleer of er geen slangen of andere onderdelen blootstaan aan klem-, snij- of rekbeschadiging.
- Controleer op dichtheden.
- Controleer of de bouten goed zijn aangedraaid [Zie de instructies van de fabrikant].
- Controleer of er geen contact is tussen de graafarm en het Compacttilt product bij volledige slag.
- Zorg ervoor dat de bevestiging goed past op de draagmachine [zie het machinesignaal].
- Zorg ervoor dat de pin-lock volledig is verlengd en de indicatorpin correct is gemonteerd.
LET OP: Assemblage en installatie mogen alleen worden uitgevoerd door werkplaatsen die door de fabrikant zijn goedgekeurd. Er mogen geen wijzigingen aan de assemblage worden aangebracht zonder toestemming van de fabrikant. Werkplaatsen die door de fabrikant zijn goedgekeurd, zijn dealers met hun eigen werkplaats, tenzij anders vermeld bij de levering van het Compacttilt product.
Download materiaal voor CTR2