Quick Guide - CTR6
Hier is een korte handleiding over hoe je de Compacttilt CTR6 moet behandelen en onderhouden.
Smeeroverzicht
Voor de smering van de Compacttilt wordt aanbevolen om het volgende te gebruiken: Castrol Molub-Alloy 370-2
Lithiumgebaseerd hoogdrukvet met molybdeendisulfide (MoS2) EP-additieven in NLGI 2.
Spec.:
-DIN 51502 KF2K-25
-ISO 6743-9 ISO-LXCCIB2
Vetten die grafiet of koper bevatten, mogen niet worden gebruikt.
Zorg er altijd voor dat de vetnippels vrij zijn van vuil voordat de smering wordt uitgevoerd.
Onderhoud
Tijdens dagelijkse inspectie en onderhoud, controleer:
➢ Smering van smeerpunten volgens het overzicht
➢ Draadverbindingen zijn intact
➢ Ogen en bouten zijn niet gebroken
➢ Geen losse schroefverbindingen
➢ Geen scheuren of breuken
➢ Er wordt gecontroleerd of de gereedschaphouder schoon, goed gemonteerd en goed vastgeklemd is
➢ De Compacttilt Tiltrotator is correct gemonteerd tussen de draagmachine en het gereedschap
➢ Er is geen hydraulisch lek
➢ Er is geen vetlekkage op slangen of in koppelingen
Handmatige wissel tussen grijper en extra olie-uitlaat
Handmatig schakelen wordt uitgevoerd met een 7 mm steeksleutel met schacht.
De extra olie-uitlaat is altijd actief wanneer de grijper wordt geactiveerd. Extra olie-uitlaten kunnen alleen worden gedeactiveerd door de hydraulische koppeling te verwijderen. De grijper kan handmatig worden geactiveerd/deactiveren zonder de hydraulische koppeling te demonteren met deze handleiding:
Draai de afstelmoer (rechts) in het draaiblok van de highflow tot de stop, zet de grijper uit bedrijf en is alleen de extra uitlaat actief (met highflow).
Als de afstelmoer (links draaien) in het draaiblok van de highflow tot de stop wordt gedraaid, zijn de grijper en de extra olie-uitlaat weer actief.
Aansluiting van apparatuur
Koppeling met reguliere koppeling
STAP 1
Voordat de apparatuur wordt gekoppeld, moet worden gecontroleerd of de vergrendelingspinnen van de snelkoppeling zijn ingetrokken, wat zichtbaar is door de rode indicatoren naar buiten te duwen.
(Figuur 5)
STAP 2
De apparatuur die moet worden aangesloten, moet zo worden gepositioneerd dat de vorkogen van de snelkoppeling kunnen vastgrijpen.
De vorkogen van de snelkoppeling grijpen in de koppelschacht van de apparatuur (Figuur 6).
STAP 3
Wanneer de vorkogen van de snelkoppeling vastgrijpen, zwaait de apparatuur op zijn plaats zodat het tegen de open vorkogen van de snelkoppeling rust. De snelkoppeling wordt geactiveerd en de vergrendelingspinnen worden naar buiten geduwd.
(Figuur 7)
De activatie van de snelkoppeling is zichtbaar door het intrekken van de rode indicatoren.
De operator test of de apparatuur correct is vergrendeld door deze tegen het oppervlak te duwen.
De machine is nu klaar voor gebruik met het aangesloten gereedschap.
Gebruik van snelwissel met hydraulisch systeem
Controle van de installatie
- Controleer of de Compacttilt Rotator goed werkt.
- Controleer of er geen slangen of andere onderdelen blootstaan aan klem-, snij- of rekbeschadiging.
- Controleer op lekkages.
- Controleer of de bouten goed zijn aangedraaid [Zie de instructies van de fabrikant].
- Controleer of er geen contact is tussen de graafarm en de Compacttilt Rotator bij volledige slag.
- Zorg ervoor dat de beugel goed past op de drager [zie machinesignaal].
- Zorg ervoor dat de pin-lock volledig vergrendeld is en de indicatorpin correct is gemonteerd.
LET OP: Assemblage en installatie mogen alleen worden uitgevoerd door werkplaatsen die door de fabrikant zijn goedgekeurd. Maak geen wijzigingen aan de assemblage zonder toestemming van de fabrikant. Werkplaatsen die door de fabrikant zijn goedgekeurd, zijn dealers met hun eigen werkplaats, tenzij anders vermeld bij de levering van de Compacttilt Rotator.